Kanjerschool
Iedere school heeft een methode om te werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Onze school gebruikt daarvoor de Kanjertraining.
De Kanjertraining heeft als doel dat het individuele kind zich gesterkt voelt, meer zelfvertrouwen heeft, beter grip heeft op sociale situaties en zijn/haar gevoelens beter kan uiten.
Tijdens de Kanjertraining komen tal van onderwerpen aan de orde zoals:
- Gespreksvaardigheid
- Interesse tonen
- Mening durven geven
- Stoppen met treiteren
- Zelfvertrouwen
- Trots zijn
- Uit slachtofferrol stappen
- Heft in eigen hand nemen
Kernwoorden zijn: vertrouwen, veiligheid en wederzijds respect.
De lessen bestaan uit gesprekjes, rollenspellen en oefeningen.
Masseren als samenwerkings- en vertrouwensoefening is een onderdeel van de Kanjertraining.
Masseren is een van de (vele) kanjeroefeningen. Bij deze oefeningen raken de kinderen elkaar aan op de rug. Een van de bedoelingen is dat je ervaart hoe het is om op een positieve manier aangeraakt te worden. Bij kinderen kunnen aanrakingen onderling vaak al snel uit duwen en trekken bestaan. Bij dit onderdeel leren ze dat het ook rustig kan. Masseren is een groot woord voor deze oefening. Kinderen raken elkaar al heel veel aan gedurende de dag. Hun kader is vertrouwend. Ouders kijken hier vanuit hun volwassen kader naar en dan kan het bedreigend overkomen.
Oefeningen op de rug worden al vanaf de kleutergroepen gebruikt in allerlei variaties (pluisjes vegen, regenen, ‘tik tik wie ben ik’ enz.). In de hogere groepen wordt de rug gebruikt voor letters raden, tekeningen raden enz. In elke klas hangt een poster met alle oefeningen.
Een afbeelding van deze poster staat op deze pagina.
Degenen die masseren kunnen laten zien dat ze te vertrouwen zijn en geen rood (kanjer)petje op hebben. Degenen die gemasseerd worden, kunnen laten zien dat zij hun maatje vertrouwen.
Praktisch alle kinderen genieten van deze oefening. Soms moet een kind even de kat uit de boom kijken, daar krijgt het alle tijd voor. Zij hoeven niet actief deel te nemen.
Wat leren de kinderen van deze oefeningen?
Dat andere kinderen meestal te vertrouwen zijn. Dat we voortdurend werken aan een goede basis van vertrouwen. Een kanjerschool gaat uit van het vertrouwen. De leerkracht is getraind in het geven van de kanjerlessen. Hij/zij gebruikt de taal en de afspraken die horen bij het geven van de lessen. Vaak worden de lessen met twee volwassenen gegeven. Ouders zijn regelmatig welkom bij deze lessen. Een Kanjerschool ben je met het team, de kinderen en hun ouders. Onbekend maakt onbemind maar kinderen op school zijn geen vreemden meer voor elkaar. Ze zijn gewend om elkaar aan te raken. Bij deze kanjeroefening wordt altijd toestemming gevraagd: “is het oké dat ik jou ga masseren?” Na afloop bedanken de leerlingen elkaar. Ze voelen zich veilig bij elkaar, omdat ze leren te zeggen als iets niet goed voelt. Tijdens de oefeningen krijgen de kinderen de gelegenheid aan te geven wat goed voelt. Zij geven aan waar hun grenzen liggen. De sfeer in de klas verandert merkbaar. Het is heel rustig.
Wordt het anders als kinderen zelf hun maatje mogen kiezen? In de praktijk blijkt dat kinderen hun vriendje/vriendinnetje kiezen en dat ze dat elke keer opnieuw doen. Kinderen die niet zo geliefd zijn in de klas blijven meestal als laatste over. Om dat negatieve gevoel te voorkomen, is gekozen voor wat sturing d.m.v. naamstokjes. Afspraak hierbij is: twee keer met dezelfde klasgenoot is oké, bij de derde keer krijg je een ander maatje. Op deze manier rouleert de groep voortdurend.